De Slag om de Ardennen, het allerlaatste gevecht van de Tweede Wereldoorlog op Belgisch grondgebied, vond plaats van 16 december 44 tot 28 januari 45. vele waren er rechtstreeks bij betrokken, andere hoorden erover vertellen, maar niemand kan vandaag onverschillig blijven bij deze beslissende gebeurtenis.
Elk jaar, en niet alleen in Bastogne, maar eveneens in La Roche-en-Ardenne, Hotton, Houffalize, Malmédy, St-Vith, Marche-en-Famenne, Vielsalm, Neuville-en-Condroz of Henri-Chapelle, en in andere steden en dorpen, herinnert men zich!
Men herinnert zich met een zekere emotie, bezinning en respect ten opzichte van deze soldaten die van over de zee kwamen om de vrede terug te schenken aan onze steden, dorpen en families, dikwijls ten koste van hun leven.
Deze “herinneringsplicht” hebben wij omgezet in dit deel van de site die u langs de steden en dorpen, gedenkstenen en monumenten, musea en militaire plaatsen en kerkhoven zal leiden.
In de buurt van Samrée (2007-02-18).
Deze “Wegen van de herinnering” geven u de gelegenheid de Waalse streken vandaag te ontdekken, zonder het verleden te vergeten. U vindt er de mooiste facetten van een gezellig toerisme waar de ontspanningsmogelijkheden en ontdekkingen u met warmte omringen.
Het is wel aangeraden om over een GPS toestel te kunnen beschikken wij hebben het aan de lijven ondervonden dat er soms plaatsen zeer moeilijk te vinden zijn.
Gaan we er elkaar tegenkomen?
Historische inleiding
De Geallieerde landing in Normandië op 6 juni 1944 vormde een psychologische nederlaag voor het Duitse leger. Met een minimum aan slachtoffers zouden de Geallieerden erin slagen om in enkele dagen 150.000 mensen te ontschepen.
Iets meer dan een maand na de landing zouden bijna een miljoen soldaten deelnemen aan de strijd in Normandië, waarna ze krachtig zouden doorstoten doorheen Frankrijk en vervolgens door België.
In het centrum bevond zich het 1ste Amerikaans leger van Generaal Hodges, rechts het 3de Amerikaans leger onder Generaal Patton, en links het 2de Britse leger met aan het hoofd Generaal Dempsey.
Militaire begraafplaats in Hamm, nabij Luxemburg Stad. Is tevens de laatste rustplaats van Generaal Patton. (2006-01-26).
Parijs werd eind augustus bevrijd. Doornik, Brussel en Antwerpen werden begin september bevrijd door de Britse troepen, en in de loop van dezelfde maand bevrijdden Amerikaanse divisies Bergen, Namen, Luik en de Ardennen.
Na een haastige terugval zetten de Duitse eenheden hun verdediging op achter de Siegfriedlinie. Het 1ste Leger van Hodges slaagde er niettemin in om Aachen in te nemen, terwijl het 3de Leger van Patton zich opmaakte om het Saarland te veroveren.
Generaal Eisenhower was opperste bevelhebber van de geallieerde troepen in Europa (S.H.A.E.F.). Hij was van de mening dat tussen de twee fronten het moeilijke terrein in de winterse weersomstandigheden de Duitsers zou weerhouden van het inzetten van een offensief, en daarom besliste hij om het tempo van de opmars te verminderen en nam hij het berekende risico om deze sector te verzwakken. Op dat ogenblik zouden de Ardennen de sector vormen waar de Amerikaanse divisies zich konden hergroeperen.
Ondertussen dacht de Amerikaanse president Roosevelt al na over de conferentie van Yalta, waar Europa in februari 45 verdeeld werd in twee invloedzones. Er bestonden ook strategische verschillen tussen de Amerikaanse en Britse bevelhebbers. Eisenhower wou Duitsland veroveren vanuit een hele lengte van de frontlijn, terwijl Montgomery eiste om een snelle en krachtige doorsteek naar Berlijn vanuit Nederland.
Van die periode van respijt maakte het Duitse opperbevel gebruik om een groots aanvalsplan op touw te zetten.
Van deze koepels zijn er in de buurt van Bastenaken veel te vinden. (2006-11-26).
Het had tot doel de Ardennen te doorkruisen, de Maas over te steken en Antwerpen opnieuw in te nemen met zijn haveninfrastructuur. Op die manier kon men de toevoer afsnijden van de bevoorrading van de geallieerde legers, en het Amerikaanse leger Isoleren van het Britse. Zo wou men de Geallieerden dwingen om te capituleren en op zijn minst voor een westers front een getekende vrede bereiken. Het Duitse leger zou dan overgebracht worden naar het Oostfront om daar de opmars van het Russische leger te stuiten.
Maar het succes van deze aanval zou afhangen van meerdere factoren: een langdurig laag wolkendek om de tussenkomst van de geallieerde luchtmacht te verhinderen, een zeer snelle aanvankelijke doorstoot waarbij geallieerde benzinedepots moesten buitgemaakt worden, de controle over belangrijke verkeersknooppunten en in een latere fase een verbreding van de geslagen bressen.
Volgens de besluiten van het Duitse opperbevel zou de “voornaamste inspanning” voor de aanval geleverd worden door het 6de Pantserleger van Sepp Dietrich. Hij moest over de hellingen van Elsenborn heen en de Maas oversteken tussen Hoei en Luik. Het 5de Pantserleger onder het bevel van Baron Hasso von Mansteuffel had als doel om over de belangrijke verkeersknooppunten van St-Vith en Bastogne te veroveren, de Maas over te steken tussen Dinant en Andenne en via Brussel naar Antwerpen op te rukken.
De noordflank van het offensief werd bemand door het 15de Leger van von Zangen. Op de zuidflank moest het 7de Leger van Generaal Brandenberger weerstand bieden tegen eventuele tegenaanvallen van Generaal Patton en zijn 3de Amerikaanse Leger.
Om verwarring te stichten moesten speciaal opgeleide groepen wantrouwen en verdenking zaaien onder de Amerikaanse troepen. Deze commando’s van Kolonel Otto Storzeny droegen Amerikaanse uniformen en gebruikte materiaal dat ze buitgemaakt hadden op de GI’s. Ze moesten de bruggen van Hoei en Amay veroveren om de ongehinderde doortocht van de Duitse pantsercolonnes mogelijk te maken.
Om elke Amerikaanse versterking vanuit het noorden naar het slagveld te beletten zouden Kolonel von der Heydte en zijn 800 parachutisten boven de hoge venen landen en het kruispunt aan de Baraque Michel controleren.
Buste van Generaal McAuliffe in Bastenaken (2006-11-26).
Elke nacht gedurende weken, onder volledige radiostilte, brachten de Duitse bevelhebbers 250.000 manschappen, 600 tanks en zware kanonnen en 1900 kanonnen in stelling via de weg of de spoorweg, tussen Montjoie en Echternacht.
Na meerdere keren uitstel begon op 16 december 1944, om 05.30 uur ’s ochtends, in de koude en de mist, het Duitse offensief over een front van 125 km. Het droeg de codenaam “Wacht am Rhein” (wacht aan de Rijn) en zou de geschiedenis ingaan als “De Slag om de Ardennen”.
Een zee van vuur stortte zich op de Amerikaanse voorposten, gevolgd door aanvallen van de infanterie en de doorbraak van de pantsercolonnes.
Zo repte zich het 6de Pantserleger van Dietrich naar de Maas. Het bestond uit de 1ste Panzer SS “Leibstandarte Adolf Hitler”, de 12de Panzer SS “Hitler Jugend”, de 2de Panzer SS “Das Reich”, de 9de Panzer SS “Hohenstauffen” en tenslotte de Volksgrenadier divisies.
Links daarvan rukte het 5de Pantserleger van von Manteuffel op met de 2de Panzer, de 9de Panzer Lehr, de 116de Panzer en de Führer Begeleit Brigade, en enkele Volksgrenadier divisies.
Voor de Amerikanen van de 2de en de 99ste Infantry Division van het V Corps van Generaal Gerow en de 106de, 28ste en 4de Infantry en eenheden van de 9de Armored van het VIII Corps van Generaal Middeleton, samen ongeveer 80.000 manschappen, was de verrassing compleet. De eenheden werden uiteengerukt, de verdediging week op meerdere plaatsen, maar het verzet kreeg eveneens meteen vorm.
De Britse troepen die in Nederland gelegerd waren bereidden zich voor op hun volgende campagnes en dachten reeds aan het naderende kerstfeest.
© http://www.gvandeurzen.be
Bron : De slag om de Ardennnen - De wegen van de herinnering - Toerisme Wallonië