Ingang van de begraafplaats (2007-05-26)
De stad werd bevrijd door het Britse Tweede Leger in het midden van september 1944 en de oorspronkelijke graven zijn die van naburige afgezonderde gevechten gedurende die tijd. Latere graven zijn van een militair ziekenhuis gevestigd in de stad en van slagvelden uit de omgeving. Van de 800 graven - Zeemacht 1, Landmacht 686, Luchtmacht 111 – zijn er 724 Britse, 31 Canadese, 8 Australische, 3 Nieuw-Zeelandse, 1 Zuid-Afrikaanse, 31 van andere bondgenoten en 2 ongeïdentificeerde.
Beeld op de graven (2007-05-26)
Klein gedeelte geschiedenis, deze tekst kan men terugvinden op een van de herdenkingsmonumenten op de begraafplaats.
De bevrijding van België en Nederland en de doorstoot naar Duitsland zelf.
September 1944 – mei 1945
Gedurende de drie maanden volgend op de landing in Normandië, hadden de geallieerde strijdkrachten het Duitse leger in Frankrijk verslagen. Brussel bevrijd. Antwerpen bezet en in het oosten, hadden ze de lijn die lang de Moezel door de Vogezen naar het zuiden tot aan de Zwitserse grens loopt, bereikt.
Met het doel de Siegfried Lijn te omtrekken, parachuteerden op 17 september twee Amerikaanse luchtlandingsdivisies in het gebied rond Nijmegen en één Britse divisie nabij Arnhem teneinde de weg vrij te maken voor het Britse Tweede Leger. Snelle defensieve concentratie en slecht weer hadden tot gevolg dat deze operatie slechts gedeeltelijk succes had. De bruggen over de rivieren de Maas en de Waal werden veroverd, maar de overgangen over de Rijn bij Arnhem, moesten na een uiterst moedige verdediging door de Britse Eerste Luchtlandingsdivisie, geholpen door de Nederlandse Ondergrondse, later worden prijsgegeven.
Het kapelletje waar deze tekst terug te vinden is (2007-05-26)
Tegen het eind van september lag de geallieerde opmars zo ver vooruit dat de logistieke steun deze niet bij kon houden. Met uitzondering van Duinkerke waren alle Kanaalhavens in geallieerde handen. Ze waren echter onbruikbaar tot de bomschade zou zijn gerepareerd en de toevoerlijnen en aanvoerwegen voor versterking liepen helemaal terug naar Normandië. Met assistentie van het Belgische Verzet, werd Antwerpen intact veroverd. Deze haven kon echter niet worden gebruikt zolang beide oevers van de Schelde-mond in Duitse handen waren.
De zuidelijke oever werd uiteindelijk op 2 november, na een maand hard vechten, gezuiverd door het Canadese Eerste Legercorps. Het veroveren van de noordelijke oever en het eiland Walcheren werd na een aantal bittere gevechten van Britse en Canadese troepen op 8 november beëindigd. De gemijnde toegangswegen naar Antwerpen werden geveegd, waarna een snel herstel van de haven plaats vond. De daaruit resulterende korter toevoerlijnen waren een keerpunt in de campagne.
Kruis, centraal gelegen op de begraafplaats (2007-05-26)
In het begin van december lagen het Britse Tweede en het Canadese Eerste leger, als resultaat van het geallieerde novemberoffensief, langs de Maas en de Waal. Het Amerikaanse Negende Leger had de Roer bereikt terwijl het Amerikaanse Derde Leger in het Saargebied doordrong en het Franse Eerste Leger de Rijn had bereikt bij Mulhouse.
Op 16 december lanceerden de Duitsers hun laatste tegenoffensief van de oorlog, tegen de licht verdedigde Ardennen - sector. Het doel was het heroveren van Brussel en Antwerpen om zo de geallieerde toevoerlijnen af te snijden. Deze opmars, die op bepaalde punten tot maximaal 80 km doordrong, werd op de vooravond van Kerstmis stopgezet. Op 3 januari sloegen de Amerikanen met enige Britse versterking terug en binnen 4 dagen moesten de Duitsers zich terugtrekken. In de tussentijd elimineerde het Britse Tweede Leger het bruggenhoofd ten westen van de Roer; De Amerikanen en Fransen ruimden op soortgelijke wijze de Saillant ten zuiden van Straatsburg op.
De laatste belangrijke slag van de campagne begon op 8 februari met een aanval van het Canadese Eerste en het Britse Tweede Leger vanuit het bruggenhoofd bij Nijmegen naar het zuidoosten door de Siegfried Lijn en het Reichswald, tot in Duitsland zelf. Op de 17de viel het Amerikaanse Negende Leger aan naar het noordoosten en na intensieve gevechten kwamen de legers op 3 maart in Gelderen bijeen. In het zuiden hadden op 9 maart het Amerikaanse Eerste en Derde Leger de bruggenhoofden bij Mannheim en Oppenheim veroverd.
Herdenkingsteen aan de ingang van de begraafplaats (2007-05-26)
Voorafgegaan door intensieve lucht- en artilleriebombardementen kon de Rijn met succes door de Britten en Canadezen op 23 maart worden overgestoken. De volgende avond waren de bruggenhoofden zo ver uitgebreid dat contact was gemaakt met de Britse 6e en Amerikaanse 17e Luchtlandingsdivisies die die morgen ten noorden van de Wesel waren gedropt. Daarna volgden nog een aantal massale overstekingen en op 3 april hadden de Britten en Canadezen Osnabrück ingenomen, en kwamen zij dichter bij Minden. Het Amerikaanse Eerste en het Negende Leger hadden de Roer en het Amerikaanse Zevende Leger de rijn overgestoken. Deze slag betekende het einde van de gecoördineerde Duitse verdediging, hoewel geïmproviseerde gevechtsgroepen dapper tot laat in april bleven doorvechten.
Het eerste contact met de naar het westen oprukkende Russen werd gemaakt op 25 april. Het Canadese Eerste Leger had toen de Noordzeekust al bereikt en had een grote Duitse legermacht in het westen van Nederland afgesneden. Het Britse Tweede Leger, met een corps in Denemarken en een in Sleeswijk-Holstein, bevond zich aan de Elbe van de mond tot Wittenberg. Ten zuiden lagen het Amerikaanse Eerste en het Negende Leger langs de rivier. Verder zuidwaarts waren het Franse Eerste en het Amerikaanse Zevende Leger Oostenrijk binnengedrongen terwijl het Amerikaanse Derde Leger Tsjechoslowakije was binnengevallen. De definitieve Duitse capitulatie kwam op 8 mei en na vijf jaar en acht maanden heerste er in Europa weer vrede
De militairen van het gemenebest die tijdens de campagne sneuvelden, liggen voor het grootste gedeelte begraven op oorlogsbegraafplaatsen en op perken van het Gemenebest in ander begraafplaatsen, langs de lijn van de opmars. Geallieerd luchtbevel speelde een grote rol in het succes van de campagne en vele vliegers die tijdens de operaties over Europa sneuvelden, liggen afzonderlijk of in kleine groepen begraven in gemeentelijke begraafplaatsen en kerkhoven waar hun graven met liefdevolle zorg door de plaatselijke overheden onderhouden worden. 1062 soldaten wier graven onbekend zijn, worden herdacht op het gedenkteken in de Canadese oorlogsbegraafplaats te Groesbeek en het vermiste zeelieden en luchtmachtpersoneel worden herdacht op gedenktekens in hun thuishavens en te Runnymede in Engeland.
© http://www.gvandeurzen.be