Zicht op het deel voorzien voor de Russische krijgsgevangenen op de gemeentelijke begraafplaats in Genk (2007-12-25)
Voor de Duitse oorlogsmachine was de Limburgse steenkool van groot belang. Daarom probeerde de bezetter de productie zo hoog mogelijk te houden. Om over voldoende arbeidskrachten te beschikken, voerden ze vanaf 1942 duizenden Russische krijgsgevangenen aan m in de zeven Limburgse mijnen te werken. Eind 1942 waren er al 5301 aan het werk, einde 1943 6140, en tegen de bevrijding 6852. Ze werden gehuisvest in barakkenkampen, en moesten overleven in ellendige omstandigheden.
Maar velen konden, door de geringe bewaking, ontsnappen en hielden zich schuil in kleine groepjes in de dennenbossen of boden in ruil voor voedsel hun hulp aan plaatselijke landbouwers. Nogal wat Russen werden het slachtoffer van Duitse razzia’s of van onderlinge afrekeningen. Tijdens de bevrijding speelden enkelen een bescheiden rol. Na de oorlog keerden ze terug naar hun vaderland, waar ze meteen als verraders werden afgevoerd naar de goelags.
Genk - Het Bronzen beeld (2007-12-25)
Op het Genkse kerkhof bevinden zich drieënzeventig graven van omgekomen Russen. Ze waren opgesloten in de kampen bij de kolenmijnen van Waterschei, Winterslag en Zwartberg. Ter nagedachtenis van hen staat er een monument: een bronzen beeld van circa 2500 kilogram op een granieten sokkel. Ontwerper is A. Belov, beeldhouwer Alexander Bourganov. Het is geschonken door de oud-strijdersbond en het ministerie van Cultuur van de voormalige Sovjet-Unie.
Begraafplaats van Russische krijgsgevangenen: Hoogstraat, 3600 Genk (2007-12-25)
© http://www.gvandeurzen.be
Bron : reisgids naar de tweede wereldoorlog
